Legal

This database is being updated.

Home

Law / Resolution

Wet Minimumloon

Level

Laws

Summary

WET van 06 september 2019, houdende bepalingen over de vaststelling
van het minimumloon (Wet Minimunloon).

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME,

in overweging genomen hebbende dat - mede ter uitvoering van de artikelen
28 en 29 van de Grondwet van de Republiek Suriname - het nodig is regels
betreffende de invoering van een minimumloon vast te stellen;

Heeft, de Staatsraad gehoord, na goedkeuring door De Nationale Assemblée,
bekrachtigd de onderstaande wet:

Algemene bepalingen
Artikel 1

1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a) de minister: de minister belast met arbeidsaangelegenheden;
b) de Nationale Loonraad: de Loonraad als genoemd in artikel 6;
c) arbeid: alle werkzaamheden verricht uit hoofde van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 1613a van het Burgerlijk Wetboek,
d) dienstbetrekking: de arbeidsverhouding van degene, die krachtens arbeidsovereenkomst arbeid verricht als bedoeId in artikel 1613a van het Burgerlijk Wetboek;
e) loon: elke vergoeding welke de werknemer voor zijn arbeid van de werkgever ontvangt, uitgezonderd overwerkgelden en vergoedingen voor het tijdelijk venichten van werkzaamheden buiten zijn gewone arbeid. Indien het loon, geheel of gedeelteIijk, bestaat in huisvesting, verstrekkingen in natura of in beide, wordt de geldswaarde daarvan
geschat.
Voor de toepassing van deze wet gelden als loon tevens fooien of andere ontvangsten van derden, welke verband houden met ten behoeve van de werkgever verrichte arbeid, en die door de werkgever ontvangen en verrekend worden;
f) minimumloon: het minimale tarief van het loon te betalen door de werkgever aan de werknemer uitgedrukt per uur zoals vastgesteld bij of krachtens deze wet;
g) werkgever: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon, die ten minste één werknemer in dienst heeft;
h) werknemer: iedere natuurlijke persoon, die in dienst van een werkgever is;
i) thuiswerker: de werknemer zoals gedefinieerd in de Conventie Huishoudelijke Werknemers, 2011 (No. 189) van de International Labour Organization (IL0).

2. Als werknemers worden mede beschouwd:
a) personen die arbeid verrichten op basis van de overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten als genoemd in artikel 1613 Burgerlijk Wetboek. In dit geval wordt de opdrachtgever aangemerkt als de werkgever;
b) uitzendkrachten als bedoeld in artikel 1 sub g van de Wet Ter Beschilcking Stellen Arbeidskrachten door Intermediairs (S.B. 2017 no. 42);
c) thuiswerkers.

Invoering algemeen minimumloon
Artikel 2

1. De werkgever is gehouden om aan elke werknemer ten minste het minimumloon te betalen welke bij beschikking door de minister is bepaald.
2. Het is verboden een arbeidsovereenkomst aan te gaan tegen een loon dat lager is dan het bij of krachtens deze wet bepaalde.
3. Het bij of krachtens deze wet vastgestelde minimumloon tast een vóór de inwerkingtreding overeengekomen hoger loon niet aan.
4. Elk beding en elke rechtshandeling waarbij inbreuk wordt gemaakt op de rechten en de plichten voortvloeiend uit het bepaalde bij of krachtens deze wet, is nietig.
5. Het minimumloon is niet van toepassing op:
a. personen die in dienst zijn van in Suriname gevestigde volkenrechtelijke organisaties, tenzij het gaat om lokaal personeel in dienst genomen op basis van het Burgerlijk Wetboek;
b. diplomatiek en consulair personeel die in dienst zijn van in Suriname gevestigde buitenlandse mogendheden op basis van het ambtenarenrecht van die mogendheden.

Minimumloon
Artikel 3

1. Het minimumloon wordt bij beschilcking vastgesteld en bekendgemaakt door de minister na verkregen advies van de Loonraad en goedkeuring door de Raad van Ministers. Het advies is voor wat betreft de minister bindend.
2. De publicatie zoals genoemd in lid 1 vindt plaats in het Staatsblad van de Republiek Suriname, in één der lokale dagbladen en op de website van het ministerie belast met arbeidsaangelegenheden.
3. Bij inwerkingtreding van deze wet blijft het alsdan geldende minimumloon van kracht, totdat het op de wijze zoals geregeld door deze wet wordt aangepast.
4. De aan de werknemer uit te betalen vergoeding aan overwerk zal het geldende minimumuurloon als uitgangspunt hebben.
5. Het minimumloon per sector of beroepsgroep mag nooit minder zijn dan het in lid 1 genoemde minimumloon.

Verplichtingen van de werkgever
Artikel 4

1. Iedere werkgever is verplicht om aan zijn werknemer(s) tenminste het minimumloon te betalen en zich te houden aan de bepalingen vastgesteld bij of krachtens deze wet.
2. Lid 1 is niet van toepassing, indien de werknemer(s) reeds beschik(t)(en) over een loon, dat hoger is dan het minimumloon bepaald bij of krachtens deze wet.
3. De werkgever is verplicht om aan de door de minister aangewezen functionarissen alle medewerking te verlenen, die in het belang wordt geacht, voor het toezicht op cn de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
4. Onder de in lid 3 genoemde medewerking wordt in ieder geval begrepen de toegang tot de bedrijfsterreinen en gebouwen, inzage in het personeelsbestand, de lonen en loondelen.
5. De werkgever is verplicht aan de werknemer een betaalbewijs voor het betalen van loon te verschaffen waarin duidelijk is aangeduid hoe het brutoloon is opgebouwd en wat de verschillende inhoudingen zijn alsmede de omvang daarvan.

Verplichtingen werknemer
Artikel 5

1. De werknemer, die constateert dat de werkgever nalaat het minimumloon dat bij of krachtens deze wet is bepaald te betalen, heeft het recht dit onmiddellijk te melden aan het Hoofd van de Arbeidsinspectie dan wel een door hem aangewezen ambten.aar.
2. Van deze melding ontvangt de werknemer een schriftelijk bericht met de mededeling dat het Hoofd van de Arbeidsinspectie binnen veertien werkdagen van dat bericht, een onderzoek zal instellen en hem zal mededelen wat zijn maatregelen en bevindingen zijn.
3. Indien het Hoofd van de Arbeidsinspectie niet binnen de in lid 2 genoemde termijn een onderzoek heeft ingesteld en de mededeling aan de werknemer heeft gedaan, kan de betreffende werknemer daartegen schriftelijk binnen 7 werkdagen een klacht indienen bij de minister.
Binnen veertien werkdagen reageert de minister schriftelijk en gemotiveerd op deze klacht waarbij de minister aangeeft wat zijn maatregelen en bevindingen zijn.
4. De werknemer is verplicht om de functionarissen bedoeld in, artikel 7 lid 1 alle ter zake verlangde inlichtingen te verstrekken voor het toezicht op en de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
5. Bij staatsbesluit kunnen nadere regels worden vastgesteld over het bepaalde in dit artikel.

Nationale Loonraad
Artikel 6

1. Er is een Nationale Loonraad die belast is met het, uit cigen beweging of op verzoek, adviseren van de minister omtrent tweejaarlijkse vaststelling van een algemeen minimumloon en al hetgeen daarmee verband houdt, waarbij zowel sociale als economische indicatoren in gelijke mate in acht worden genomen.
2. De Nationale Loonraad wordt ingesteld per 1 januari doch uiterlijk 1 april van het jaar waarin het advies moet worden uitgebracht, ten aanzien van de vaststelling van het minimumloon voor het daaropvolgend jaar, met dien verstande dat dit advies uiterlijk 1 december van dat jaar wordt uitgebracht. De zittingsduur van de Nationale Loonraad loopt tot en met 31 december van dat jaar. Voor de eerste maal wordt de Nationale Loonraad uiterlijk 1 april 2020 ingesteld en wordt uiterlijk 1 december van dat jaar door hem advies uitgebracht.
3. De Nationale Loonraad mag adviseren tot vaststelling van een minimumloon per sector of beroepsgroep na overleg met de stakeholders, waarbij ook zowel sociale als economische indicatoren in gelijke mate in acht worden genomen. Dit minimumloon per sector of beroeps&roep mag nooit lager zijn dan het in lid 1 bedoelde algemeen minimumloon.
4. Bij staatsbesluit worden ten aanzien van het bepaalde in lid 1 nadere regels gesteld onder meer ten aanzien van de procedures„ de werkwijzen en de indicatoren ter vaststelling van het minimumloon.

Toezieht en Opsporing
Artikel 7

1. Het Hoofd van de Arbeidsinspectie, de controlerende ambtenaren van de Arbeidsinspectie en andere door de minister aangewezen functionarissen zijn belast met het toezicht op en de handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
2. Behalve de bij artikel 134 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen zijn met het opsporen van de bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde feiten, ook belast het Hoofd van de Arbeidsinspectie, de controlerende ambtenaren van de Arbeidsinspectie en andere door de minister aangewezen functionarissen.

Strafbepalingen
Artikel 8

1. Degene die zich niet houdt aan het bepaalde in artikel 2 leden 1, 2 en 4 en artikel 4 leden 1, 3 en 5 wordt gestraft met een geldboete van de vierde categorie.
2. De feiten, strafbaar gesteld in lid 1 van dit artikel, worden beschouwd als overtredingen.
3. Indien tijdens het plegen van een overtreding, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, nog geen twee jaren zijn verlopen sedert een vroegere onherroepelijke veroordeling van de schuldige, wordt deze gestraft met geldboete van de vijfde categorie.

SIotbepalingen
Artikel 9

1. Bij de inwerkingtreding van deze wet wordt de Wet Minimum Uurloon (S.B. 2014 no. 112) ingetrolcken.
2. De werking van deze wet wordt twee jaren na haar inwerkingtreding in opdracht van de minister onderworpen aan een analyse. Dit rapport wordt door de minister gepubliceerd.

Artikel 10
1. Deze wet wordt aangehaald als: Wet Minimumloon.
2. Zij wordt in het Staatsblad van de Republiek Suriname afgekondigd.
3. Zij treedt in werking op de dag volgend na haar publicatie.
4. De minister belast met arbeidsaangelegenheden draagt zorg voor de uitvoering van deze wet.

Gegeven te Paramaribo, de 6e september 2019,

DESIRÉ D. BOUTERSE

Uitgegeven te Paramaribo, de 12e september 2019

Keywords

Loon minimumuurloon werkgever Verplichtingen