Legal

This database is being updated.

Home - Employee - Working conditions and illness - Wet Nationale Basiszorgverzekering

Law / Resolution

Wet Nationale Basiszorgverzekering

Level

Laws

Summary

WET van 9 september 2014, houdende regels over de invoering van een basiszorgverzekering
(Wet Nationale Basiszorgverzekering)

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME,

In overweging genomen hebbende dat, mede ter uitvoering van artikel 36 van de Grondwet van de Republiek Suriname - het nodig is regels betreffende de invoering van een basiszorgverzekering als onderdeel Van het nationaal sociaal zekerheidstelsel vast te stellen;

Heeft, de Staatsraad gehoord, na goedkeuring door De Nationale Assemblée, bekrachtigd de onderstaande wet:

Algemene bepalingen
Artikel I

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. basiszorgverzekering: een overeenkomst tussen een deelnemer en een zorgverzekeraar, ter dekking van de kosten van de basiszorgvoorzieningen;
b. basiszorgvoorzieningen: de minimaal gegarandeerde zorgdiensten,
waaronder preventieve en klinische diensten voor het behoud en herstel van de gezondheid;
c. deelnemer: iedere ingezetene die de premie betaalt die toegang geeft tot de basiszorg-voorzieningen;
d. dienstverlener: iedere natuurlijke of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent;
e. duurzame gemeenschappelijke huishouding: een huishouding niet voortvloeiende uit een huwelijk, die gedurende een periode van minimaal vijfjaren vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en vóór het overlijden van een deelnemer is onderhouden en aangetoond wordt door een rechtsgeldig notarieel opgemaakt samenlevingscontract; Deze akte moet in het Centrale Bevolkingsregister geregistreerd worden;
f. fonds: het Zorgvoorzieningenfonds als bedoeld in artikel 5 lid Í;
g. ingezetene: een ieder die zijn woonplaats, hoofdverblijf of feitelijk verblijf in Suriname heeft;
h. kinderen:
l. de uit het huwelijk van een ingezetene geboren wettige•of de gewettigde of de geadopteerde kinderen of de ter verzorging inwonende pleegkinderen;
2. de tot de duurzame gemeenschappelijke huishouding van een ingezetcne behorende wettige, gewettigde, geadopteerde, natuurlijk erkende of erkende kinderen;
Î. Onderraad: de Onderraad Sociaal Zekerheidstelsel van de Raad van Ministers;
j. partner:
1. echtgeno(o)t(e) van een deelnemer;
2. degene, die met een deelnemer een duurzame gemeenschappelijke huishouding onderhoudt;
k. premie: een verschuldigde geldsom bestemd voor het verzekeren van de aanspraken op de basiszorgvoorzieningen;
l. Uitvoeringsorgaan: het Uitvoeringsorgaan Basiszorg, genoemd in artikel 15 lid I;
m. werkgever: iedere natuurlijke persoon, die ten minste één werknemer in dienst heeft;
n. werknemer; iedere natuurlijke persoon die in dienst van een werkgever is;
o. zelfstandige: iedere natuurlijke of rechtspersoon, die een bedrijf of beroep uitoefent en geen personeel in dienst heeft;
p. Zorgraad: de Zorgraad, genoemd in artikel 13 lid I,
q. zorgverzekeraar: een verzekeraar, die aan de bij of krachtens deze Wet vastgestelde voorwaarden voldoet en zorgverzekeringen aanbiedt en uitvoelt;
r. zorgverzekeringspolis: een overeenkomst gesloten tussen een deelnemer en een zorgverzekeraar, waarin de basiszorgverzekering is vastgesteld.

Omschrijving gezondheidszorg
Artikel 2

1. De gezondheidszorg in Suriname bestaat uit de volgende categorieën van zorg:
De publieke gezondheidszorg. Deze zorg richt zich op de preventie van ziekten en de bewaking van de gezondheid van de totale bevolking en die van specifieke groepen. Het omvat:
a. algemene gezondheidsinformatie en voorlichting over een gezond leven;
b. de zorg voor een veilig en gezond leefmilieu;
c. onderzoek ten behoeve van de monitoring en bewaking van de openbare gezondheid;
d. ontwikkeling van beleid en wetgeving;
e. tijdelijke of permanente preventieve bevolkingsprogramma's. Bij staatsbesluit kunnen de onder a tot en met e genoemde elementen van de publieke gezondheidszorg nader worden gedefinieerd.
2. De persoonlijke gezondheidszorg. Deze valt uiteen in de preventieve en de curatieve gezondheidszorg gericht op het individu. Deze zorg omvat de persoonlijke preventie, gezondheidsbevordering, medische- en paramedische-s rehabiliterende- en palliatieve zorg van individuen één en ander gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.
3. De persoonlijke gezondheidszorgdiensten worden geboden binnen
verschillende niveaus van zorg te weten:
a. de primaire gezondheidszorg bestaande uit de volgende diensten:
i. diagnostiek, controle, advies en behandeling bij ziekten en ongevallen door de huisarts;
ii. periodieke screening voor de preventie en vroegtijdige opsporing van chronische niet overdraagbare aandoeningen conform de nationale richtlijnen;
iii. basis tandheelkundige zorg conform de Wet op de Jeugdtandverzorging;
iv. paramedische zorg zoals fysiotherapie, dieet advies, optometrie, psychologische ` zorg;
v. zwangerschapszorg inclusief prenatale zorg, bevallingen en postnatale zorg;
vi. monitoren van de groei en ontwikkeling van kinderen; vii. gezinsplanning en maatschappelijke zorg;
viii. medicamenten volgens de nationale geneesmiddelenklapper (NGK) en verbandmiddelen volgens de nationale verbandmiddelenklapper(NVK);
ix. laboratoriumonderzoek;
x. basis röntgenologisch en echografisch onderzoek; xi. thuiszorg; xii. spoedeisende hulp op de huisartsen poliklinieken Of de spoedeisende hulp afdelingen van de ziekenhuizen.
b. de secundaire zorg bestaande uit de volgende diensten:
i. poliklinische specialistische zorg, inclusief medisch-technisch onderzoek en behandeling;
ii hospitalisatie met bijbehorend onderzoek, behandeling en verpleging;
iii. opname, verzorging of rehabilitatie in een verpleeghuis.
c. de tertiaire zorg en bijzondere behandelingen zoals:
i. hooggespecialiseerde zorg of bijzondere behandelingen zoals
hartchirurgie, nierdialyse, vaatchirurgie, neurochirurgie, plastische chirurgie in geval van verwondingen en deformaties door ziekte en medisch ingrijpen;
ii. andere bijzondere zorg en complementaire zorg.
4. Basisgezondheidszorg omvat de diensten zoals genoemd m lid 3 onder a en b.

Financiering Gezondheidszorg
Artikel 3

l. De Regering is verantwoordelijk voor de publieke gezondheidszorg en financiert de kosten uit de staatsbegroting.

Iedere ingezetene is verantwoordelijk voor de financiering van de kosten van de persoonlijke gezondheidszorg en is verplicht hiervoor tenminstc de basiszorgverzekering afte sluiten.
3. De Regering treft voorzieningen voor:
a. behandelingen en medicatie, die niet worden gedekt door de basiszorgverzekering; hiervoor stelt de regering een revolverend fonds in;
b. kostbare onderzoeken, behandelingen cn medicatie voor onder meer laag frequente aandoeningen.
4. Het fonds als bedoeld in lid 3 onder a verstrekt aan een ieder die daartoe een aanvraag doet en daarvoor in aanmerking komt een lening. De lening is bestemd voor de dekking van de meerkosten van de basiszorgverzekering. In geval van overlijden wordt de verstrekte lening kwijtgescholden. Dit fonds wordt verder uitgewerkt in artikel 5.
5. De kosten als bedoeld in lid 3 onder b, kunnen door de overheid worden gefinancierd op advies van de Geneeskundige Commissie als bedoeld in artikel 5 onder b van de Volksgezondheidsdienstwet 1938 (GB. 1938, no. 131).
6. Ter uitvoering van het bepaalde in de leden 3, 4 en 5 kunnen bij staatsbesluit nadere regels worden vastgesteld.

Verzekeringsplicht
Artikel 4

l. Iedere ingezetene is verplicht zich te verzekeren tegen de kosten van de basiszorgvoorzieningen.
2. Deze verzekering moet tenminste gelijk zijn aan de basiszorgverzekering met een dekking als bepaald in artikel 6 de leden I en 2.
3. Iedere ingezetene die kostwinner is, is verplicht om ten behoeve van zichzelf, de partner en de kinderen een basiszorgverzekering af te sluiten, tenzij de partner en kinderen uit anderen hoofde reeds over een gelijkwaardige basiszorgverzekering of voorziening beschikken.
4. Bestaande zorgverzekeringen of regelingen die bij de inwerkingtreding van deze wet ten minste die voorzieningen bieden, zoals bepaald bij of krachtens deze wet, blijven hun geldigheid behouden;
5. Naast de verplichte basiszorgverzekering, als genoemd in deze wet, staat het elke deelnemer vrij om bij een zorgverzekeraar een aanvullende zorgverzekering afte sluiten.

Zorgvoorzieningenfonds
Artikel 5

l. De regering richt bij staatsbesluit een revolverend Zorgvoorzieningenfonds op. In het staatsbesluit worden nadere regels gesteld omtrent onder meer het beheer en de verantwoording van het fonds.
2. De financiering van het fonds vindt onder meer plaats door storting in het fonds door de zorgverzekeraar van drie procent van de maximale maandelijkse premie van iedere deelnemer met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 lid 5.
3. Het fonds wordt bij een erkende bankinstelling ondergebracht en valt onder het beheer van het Uitvoeringsorgaan. De bankinstelling ontvangt uit het fonds een provisie van één procent perjaar voor de geleverde diensten.
4. De bankinstelling kan ter financiering van de kosten zoals bepaald in artikel 3 lid 4, onder voorwaarden leningen verstrekken tegen twee procent rente per jaar. Dit percentage kan bij staatsbesluit worden gewijzigd. Eventuele zorgkosten die voortvloeien uit het bepaalde in artikel 7 lid 8 kunnen ook uit het fonds worden gefinancierd.
5. Van de stortingen in het fonds wordt maximaal vijfendertig procent bestemd voor de exploitatie van het Uitvoeringsorgaan.

Verzekerde Basiszorgvoorzieningen
Artikel 6

l. Bij de inwerkingtreding van de wet bestaan de zorgvoorzieningen die verzekerd worden uit:
a. de basisgezondheidszorg zoals bedoeld in artikel 2 lid 4;
b. de uit artikel 2 lid 3 c geselecteerde zorgdiensten.
Voor de diensten bedoeld onder a en b kunnen limieten worden vastgesteld.
2. De basiszorgverzekering verzekert de uit lid I voortvloeiende specifieke diensten, medicamenten, hulpmiddelen evenals de limieten en de daarbij behorende randvoorwaarden. Dit pakket aan verzekerde voorzieningen is voor de eerste keer in bijlage I van deze wet opgenomen.
3. Het bepaalde in lid 2 kan bij staatsbesluit worden gewijzigd en kunnen nadere regels worden vastgesteld. Eventuele wijzigingen mogen nimmer leiden tot kwaliteitsverlies van het verzekerd pakket.

Premie
Artikel 7

l. Bij de inwerkingtreding van deze wet bedraagt de maximale hoogte van de premie voor onderstaande leeftijdscategorieën per deelnemer per maand als volgt:
a. O tot en met 16 jaren SRD 55 (vijfenvijftig Surinaamse Dollar); Dollar);
b. 17 tot en met 20 jaren SRD 75 (vijfenzeventig Surinaamse Dollar);
c. 21 tot en met 59 jaren SRD 165 (honderdvijfenzestig Surinaamse Dollar); SRD 165,- (honderd vijfenzestig Surinaamse Dollar);
d. 60 jaren en ouder SRD 240 (tweehonderdveertig Surinaamse Dollar).
2. De in lid I genoemde kunnen bij staatsbesluit worden gewijzigd.
3. De Raad van Ministers bepaalt voor welke groepen of categorieën van personen de premie geheel of gedeeltelijk wordt betaald. Bij staatsbesluit kunnen omtrent het bepaalde in dit lid nadere regels worden vastgesteld.
4. In samenspraak met de zorgverzekeraars kan voor de deelnemer(s) die zich houden aan nader te regelen protocollen voor de preventieve gezondheidszorg een korting op de premie worden gegeven.
5. Iedere deelnemer is verplicht de premie te betalen overeenkomstig de zorgverzekeringspolis
6. In geval van een dienstbetrekking is de premieverdeling als volgt:
a. een werknemersaandeel van vijftig honderdste (50/1 OO) van de premie en
b. een werkgeversaandeel van vijftig honderdste (50/100) van de premie.
7. Onverminderd het bepaalde in lid 6 kan in onderling overleg de premieverdeling worden gewijzigd onder de vooNaarde, dat het werknemersaandeel niet hoger mag zijn dan het werkgeversaandeel.
8. Onverminderd het bepaalde in de zorgverzekeringspolis, blijft de deelnemer na het uitblijven van premiebetaling, nog gedurende drie maanden verzekerd.
9. Iedere deelnemer blijft verantwoordelijk voor de betaling aan de zorgverzekeraar van de verschuldigde premie als bedoeld in lid 8 van dit artikel.
10. Onvermogenden die niet verzekerd zijn vanwege het niet betaald hebben van de premie, dienen zich aan te melden bij het Uitvoeringsorgaan voor een vermogenstoets. Met de toets wordt vastgesteld of betrokkenen al dan niet in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke subsidie, die tijdelijk van aard kan zijn. De verstrekte subsidie is bestemd voor de betaling van de verschuldigde premie. Bij staatsbesluit kunnen omtrent het bepaalde in dit lid nadere regels worden vastgesteld.

Verplichtingen werkgever
Artikel 8

l. ledere werkgever is verplicht om voor zijn werknemer een basiszorgverzekering af te sluiten en met zijn werknemer afspraken te maken over de inhouding van het werknemersaandeel van de premie op het loon.
2. Iedere werkgever is verplicht om de premie conform de polisvoorwaarden tijdig aan de zorgverzekeraar afte dragen en de werknemer het bewijs van de inhouding en de afdracht te verstrekken.
3, Bij beëindiging van de dienstbetrekking is de werkgever verplicht dit binnen één maand aan de zorgverzekeraar door te geven, en melding te doen vanaf welke datum de premie niet meer door hem wordt betaald.
4. Iedere werkgever is verplicht om binnen één maand nadat hij opgehouden is werkgever te zijn, dit schriftelijk door te geven aan de zorgverzekeraar, onder vermelding van de ingangsdatum.
5. Iedere werkgever is verplicht om aan de daartoe aangewezen functionarissen van het Uitvoeringsorgaan alle medewerking te verlenen, die noodzakelijk is voor de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
6. De onder lid 5 genoemde medewerking omvat in ieder geval de toegang tot de bedrijfsterreinen en gebouwen, inzage in het personeelsbestand alsmede de administratie met betrekking tot de inhouding en betaling van de premie.
7. Iedere werkgever mag de hem bij of krachtens deze wet ter beschikking gestelde persoonsgegevens van de werknemer alleen gebruiken voor de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet.

Verplichtingen werknemer
Artikel 9

1. Iedere werknemer is verplicht om toe te zien op de naleving van de afspraken die met de werkgever zijn gemaakt over de inhouding van het werknemersaandeel van de premie op het loon. Hetzelfde geldt voor de betaling van de totale premie aan de zorgverzekeraar en indien van toepassing het meeverzekeren van de partner en de kinderen van de werknemer.
2. Indien de partner en de kinderen van een werknemer niet uit anderen hoofde zijn verzekerd, moet de werknemer indien hij hen via de werkgever wenst te verzekeren met de werkgever afspraken maken over de premiebetaling.
3. ledere werknemer die constateert, dat de werkgever nalaat het werknemersaandeel van de premie in te houden en de totaal verschuldigde premie te betalen, is verplicht dit onmiddellijk te melden aan de zorgverzekeraar en het Uitvoeringsorgaan. Van deze melding ontvangt de werknemer een schriftelijk bewijs.
4. Iedere werknemer is verplicht om binnen één maand na het optreden van wijzigingen in ondermeer zijn persoonsgegevens en indien van toepassing in die van zijn partner en de kinderen, dit door te geven aan de werkgever en de zorgverzekeraar, zulks onder overlegging van een afschrift van het bewijs, afgegeven door het Centraal Bureau voor Burgerzaken, waaruit de wijziging blijkt.

Verplichtingen zelfstandige
Artikel 10

l. Iedere zelfstandige is verplicht om ten behoeve van zichzelf, de parmer en de kinderen een basiszorgverzekering afte sluiten.
2. Iedere zelfstandige is verplicht om de premie conform de polisvoorwaarden tijdig afte dragen aan de zorgverzekeraar.
3. Iedere zelfstandige is verplicht om binnen één maand nadat hij opgehouden is zelfstandige te zijn, dit schriftelijk door te geven aan de zorgverzekeraar, onder vermelding van de ingangsdatum.
4. Iedere zelfstandige is verplicht om aan de daartoe aangewezen functionarissen van het Uitvoeringsorgaan alle medewerking te verlenen, die noodzakelijk is voor de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
5. De onder lid 4 genoemde medewerking omvat in ieder geval de toegang tot en de inzage in de administratie met betrekking tot de betaling van de premie.
6. Iedere zelfstandige is verplicht om binnen één maand na het optreden van wijzigingen in ondermeer zijn persoonsgegevens en indien van toepassing in die van zijn partner en de kinderen, dit door te geven aan de zorgverzekeraar, zulks onder overlegging van een afschrift van het bewijs, afgegeven door het Centraal Bureau voor Burgerzaken, waaruit de melding van de wijziging blijkt.
7. Voor zover van toepassing gelden alle verplichtingen van de werkgever en de werknemer ook voor de zelfstandige.

Verplichtingen zorgverzekeraar
Artikel 11

l. Elke zorgverzekeraar is verplicht om met iedere ingezetene die zich aanmeldt tenminste een basiszorgverzekering afte sluiten, die toegang geeft tot de verzekerde basisgezondheidszorg als genoemd in artikel 6 lid 2.
2. Elke zorgverzekeraar heeft jegens de deelnemer een zodanige inspanningsverplichting, dat de deelnemer bij wie het verzekerde risico zich voordoet, krachtens de zorgverzekeringspolis recht heeft op diensten bestaande uit tenminste:
a. de basiszorgvoorzieningen;
b. activiteiten gericht op het verkrijgen van deze zorg;
c. zorg verleend door gekwalificeerde dienstverleners, waarmee door de zorgverzekeraar een overeenkomst is aangegaan;
d. zorg met een landelijk dekkingsgraad;
e. zorg met de bij of krachtens wet gestelde kwaliteitsnormen en -eisen of normen voortvloeiende uit de medische ethiek.
3. De zorgverzekeraar is verplicht om de deelnemer onmiddellijk over het uitblijven van de premiebetaling als bedoeld in artikel 7 leden 5 en 6 in kennis te stellen en doet daarvan schriftelijk mededeling aan de werkgever en het Uitvoeringsorgaan.
4. Elke zorgverzekeraar is verplicht om de in het belang van de uitvoering of het toezicht op de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet door het Uitvoeringsorgaan of de Zorgraad de gevraagde gegevens, inlichtingen, rapportage en data te verstrekken voor zover het verstrekken daarvan niet strijdig is met het medisch beroepsgeheim.
5. Alleen zorgverzekeraars die door de Zorgraad zijn erkend, mogen een basiszorgverzekering afsluiten.
6. Elke zorgverzekeraar is verplicht zich te houden aan of mee te werken aan:
a. het aanbieden van het basiszorgpakket dat onder de maximale vastgestelde premie ligt;
b. de acceptatieplicht;
c. de uniforme tarieven- en het vergoedingensysteem bij het contracteren van dienstverleners;
d. het dragen van eigen risico voor het beheren van de betaalde premies;
e. het zorg dragen voor gelijke toegankelijkheid van de zorg;
f. het waarborgen van de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorg;
g. het bieden van kwalitatief goede dienstverlening;
h. het voorkomen van misbruik en het opspoten van fraude;
i. het opsporen van onverzekerden middels een confrole- systeem.

Verplichtingen dienstverlener
Artikel 12

l. De dienstverlener is verplicht om tenminste alle diensten die door de basiszorgverzekering zijn gedekt aan de deelnemer te verlenen.
2. Indien een dienstverlener constateert, dat een ingezetene niet verzekerd is, is hij verplicht om dit onmiddellijk te melden aan het Uitvoeringsorgaan. Hij registreert dit op een door het Uitvoeringsorgaan wijze en stuurt deze informatie naar het Uitvoeringsorgaan die de melding onmiddellijk in behandeling neemt.
3. De verzekeringsdatum gaat in op de dag waarop de deelnemer verzekerd had moeten zijn met een terugwerking van ten hoogste twee jaren.
4. Iedere dienstverlener is verplicht om aan elke ingezetene die niet verzekerd is, elke dienst die door de basiszorgverzekering is gedekt te verlenen tenzij, dit naar zijn oordeel niet dringend is.
5. De Zorgraad stelt nadere regels vast over onder meer de wijze van de betaling ingeval een dienst wordt verleend aan een niet-verzekerde.
6. De dienstverlener is verplicht om aan de Zorgraad, het Uitvoeringsorgaan en de zorgverzekeraar alle inlichtingen, rapportage en data te verstrekken alsmede alle medewerking te verlenen, die nodig is voor de uitvoering van of het toezicht op het bepaalde bij of krachtens deze wet voor zover het verstrekken niet strijdig is met het medisch beroepsgeheim.
7. De dienstverlener is verplicht zich te houden aan de bij of krachtens wet vastgestelde en de voor zijn beroepsgroep geldende kwaliteitsnormen en zorgprotocollen.
8. De dienstverlener is verplicht zich te houden aan het uniforme tarieven- en vergoedingensysteem bij het sluiten van contracten.
9. Iedere dienstverlener is verplicht zorg te dragen voor gelijke toegankelijkheid van de zorg.
10. Iedere dienstverlener draagt zorg voor het waarborgen van de kwaliteit en de doelmatigheid van de dienstverlening.

Toezicht basiszorgverzekering
Artikel 13

l. Bij de inwerkingtreding van deze wet wordt de Zorgraad ingesteld, die belast is met het toezicht op de uitvoering en de handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet. De Zorgraad is een rechtspersoon en is gevestigd te Paramaribo.
2. De Zorgraad adviseert de regering op verzoek of uit eigen beweging over alle vraagstukken deze wet betreffende en is verder verantwoordelijk voor het doen van voorstellen tot:
a. het actualiseren van de basiszorgverzekering en van de premie voor de diverse groepen of categorieën;
b. het vaststellen van de voor zorgverzekeraars, dienstverleners en producten toegestane winstmarges evenals de minimum en maximum tarieven voor de dienstverleners;
c. het doen opstellen en vaststellen van rekenmodellen c.q. rekenmethodes ter bepaling van de zorgkosten en het financieel transparant maken van de totale gezondheidszorg;
d. verbetering van de kwaliteitseisen van de zorg en de toegankelijkheid daarvan.
3. De Zorgraad en de zorgverzekeraars maken over onder meer de wijze van informatievergaring en informatiedeling nadere afspraken die schriftelijk worden vastgelegd.
4. De Zorgraad en de zx) rgverzekeraars mogen de hun in het kader van deze wet ter beschikking gestelde gegevens van de deelnemer en de dienstverlener alleen gebruiken voor de uitvoering en de handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
5. De Zorgraad stelt in een integriteitscode nadere regels vast over de bescherming van persoonsgegevens, de toestemming tot en de uitwisseling van persoonsgegevens alsmede andere ter bescherming van de privacy gerelateerde onderwerpen betrekking hebbende op de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet.

Samenstelling en werkwijze van de Zorgraad
Artikel 14

l. De Zorgraad bestaat uit maximaal zeven leden, die door de Onderraad worden voorgedragen. De voordracht voor het rooster van aftreden wordt goedgekeurd door de Raad van Ministers.
Voor de eerste keer treedt het eerste lid af op I augustus 2017. Vervolgens treedt elk jaar een lid volgens het vastgestelde rooster af. De leden zijn eenmaal herbenoembaar.
2. In geval van een vacature, geeft de Zorgraad dit per schrijven door aan de Onderraad die binnen drie maanden in de vacature moet hebben voorzien. Indien dit niet heeft plaatsgevonden dan geschiedt de invulling door de Zorgraad.
3. De leden van de Zorgraad kiezen uit hun midden een voorzitter en een ondervoorzitter. De Zorgraad rapporteert aan de Onderraad. De Zorgraad stelt na goedkeuring van de Raad van Ministers het huishoudelijk reglement vast. Dit reglement wordt gepubliceerd in het Advertentieblad van de Republiek Suriname.
4. De Zorgraad houdt ten minste tweemaal per jaar een openbare vergadering om alle zaken de zorg rakende te bespreken. De openbare vergadering vindt plaats vóór I maart van elk jaar en de tweede vóór I september. Voor deze openbare vergadering worden uitgenodigd de Onderraad en de belanghebbenden. De Directeuren van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg, wonen ambtshalve deze openbare vergadering bij.
5. De Zorgraad doet zes weken vóór de dag van een openbare vergadering via een advertentie in ten minste twee in Suriname verschijnende dagbladen een convocatie uitgaan waarin ook de concept-agenda is toegevoegd. Op basis van deze agendapunten heeft een ieder gedurende twee weken na verschijning van de advertentie de gelegenheid om voorstellen of onderwerpen ter aanvulling van deze agenda aan te bieden.
6. De Zorgraad beslist binnen een week over de aangeboden voorstellen of onderwerpen. Dit besluit wordt uiterlijk twee weken voor de openbare vergadering wederom via een advertentie bekendgemaakt.
7. De Zorgraad stelt een secretaris en maximaal twee adjunct-secretarissen aan, al dan niet op parttime basis, die geen lid zijn van de Zorgraad en ook niet deelnemen aan de besluitvorming van de Zorgraad. De Zorgraad mag gebruikmaken van externe deskundigen.
8. Bij staatsbesluit kunnen omtrent het bepaalde in artikel 13 en 14 nadere regels worden vastgesteld.

Uitvoeringsorgaan basiszorg
Artikel 15

l. Bij de inwerkingtreding van deze wet wordt het Uitvoeringsorgaan
Basiszorg ingesteld, dat belast is met de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet. Het Uitvoeringorgaan is een rechtspersoon en is gevestigd te Paramaribo. De taken van het Uitvoeringsorgaan zijn ondermeer:
a. registratie en controle;
b. het verzamelen en analyseren van data;
c. consumentenbehartiging;
d. voorlichting en bewustwording over alle zaken deze wet rakende;
e. het ondersteunen van de Zorgraad.
2. Het Uitvoeringsorgaan bestaat uit een bestuur en een directie.
3. Het bestuur bestaat uit maximaal zeven leden die door de Onderraad wordt voorgedragen. De voordracht met het rooster van afreden behoeft goedkeuring van de Raad van Ministers. Voor de eerste keer treedt het eerste lid af op 1 augustus 2017. Vervolgens treedt elk jaar een lid volgens het vastgestelde rooster af. De leden zijn eenmaal herbenoembaar.
4. In geval van een vacature, geeft het bestuur dit per schrijven door aan de Onderraad die binnen drie maanden in de vacature moet hebben voorzien. Indien dit niet heeft plaatsgevonden dan geschiedt de invulling door het bestuur.
5. De leden van het bestuur kiezen uit hun midden een voorzitter en een ondervoorzitter.
6. De taken van het bestuur zijn:
a. het houden van toezicht op de uitvoering van de taken van de directie;
b. het benoemen, schorsen en ontslaan van de directeur, de onderdirecteuren alsmede het vaststellen van het directiereglement;
c. het verlenen van goedkeuring aan rechtshandelingen van de directie die het bedrag van vijfentwintigduizend Surinaamse Dollar te boven gaan;
d. het goedkeuren van de begroting;
e. het goedkeuren van de kwartaalverslagen uiterlijk binnen zes weken na het verstrijken van het afgelopen kwartaal;
f. het aantrekken van de accountant;
g. het uiterlijk 15 april na het afgelopen jaar opstellen van het preadvies van het jaarverslag inclusief de jaarrekening ter goedkeuring aan de Onderraad.
7. De Directie bestaat uit een directeur en een of meerdere onderdirecteuren te benoemen door het bestuur. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van het Uitvoeringsorgaan en is verantwoording verschuldigd aan het bestuur. De directeur woont de vergaderingen van de Zorgraad bij. Bij ontstentenis van de directeur wordt een van de onderdirecteuren met de waarneming belast.
8. De Directeur heeft vooraf de toestemming van het bestuur nodig voor het aantrekken, schorsen en ontslaan van personeel. Het is de directie en het personeel niet toegestaan om zonder toestemming van het bestuur nevenfuncties te vervullen.
9. Het Uitvoeringsorgaan en de zorgverzekeraars maken over onder meer de wijze van informatievergaring en informatiedeling van het bepaalde bij of krachtens deze wet, nadere afspraken die schriftelijk worden vastgelegd.
10. Het Uitvoeringsorgaan en de zorgverzekeraars mogen de hun in het kader van deze wet ter beschikking gestelde gegevens van de deelnemer en dienstverlener alleen gebruiken voor de uitvoering en handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
11. Nadere regels kunnen bij staatsbesluit worden vastgesteld omfrent alle zaken het Uitvoeringsorgaan betreffende.

De exploitatie
Artikel 16

l. Het budget van de Zorgraad wordt in de begroting van het Uitvoeringsorgaan opgenomen.
2. Het bestuur stelt jaarlijks een begroting op ter uitvoering van en het toezicht op het bepaalde bij of krachtens deze wet met inachtneming van het beginsel van lasten en baten. De begroting wordt voorzien van een deugdelijke toelichting.
3. Het bestuur zendt jaarlijks uiterlijk op I september een begroting ter goedkeuring aan de Onderraad, die binnen twee maanden hierop beslist.
4. Zolang de begroting niet is goedgekeurd, dient de daaraan voorafgaande goedgekeurde begroting ais grondslag voor de exploitatie.
5. Het bestuur zendt aan de Onderraad en aan de Zorgraad jaarlijks vóór 15 april een jaarrekening, een jaarverslag en overige gegevens over het verstreken boekjaar, waarin een volledig beeld van de financiële toestand wordt gegeven.
6. De jaarrekening als bedoeld in lid 5 wordt voorzien van een verklaring omtrent getrouwheid, doelmatigheid en rechtmatigheid opgemaakt en ondertekend door een accountant.
7. De door de Onderraad goedgekeurde jaarrekening en jaarverslag worden gepubliceerd in het Advertentieblad van de Republiek Suriname.
8. Bij staatsbesluit worden nadere regels vastgesteld over de uitvoering van het bepaalde in dit artikel.

Bestuurssancties
Artikel 17

l. De Zorgraad kan een last onder dwangsom opleggen ter zake van een overtreding van de bij of krachtens deze wet vastgestelde verplichtingen en verboden.
2. De hoogte van de dwangsom bedoeld in lid I is ten minste SRD 500(vijfhonderd Surinaamse Dollar) en ten hoogste SRD 100.000,(honderdduizend Surinaamse Dollar).
3. De Zorgraad kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van een overtreding van verplichtingen, verboden en voorschriften, gesteld bij of krachtens deze wet.
4. De hoogte van de bestuurlijke boete voor een afzonderlijke overtreding is ten minste tienmaal en ten hoogste duizendmaal de verschuldigde premie.
5. Bij staatsbesluit worden regels gesteld met betrekking tot de uitoefening van de bevoegdheden genoemd in de leden I en 3.
6. Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen drie jaren zijn verlopen sedert het opleggen van een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete aan de overtreder ter zake van eenzelfde overtreding, worden de dwangsom of de bestuurlijke boete, als bedoeld in de leden 2 en 4, verdubbeld.
7. Bij staatsbesluit wordt bij elke daarin omschreven overtreding het bedrag van de op te leggen dwangsom of bestuurlijke boete bepaald.
8. De overtredingen worden bij staatsbesluit gerangschikt in categorieën naar zwaarte van de met de daarbij behorende basisbedragen alsmede de minimum en maximumbedragen.
9. In afwijking van het bepaalde in de leden 2 en 4 kunnen de bij wet aangewezen organen de dwangsom of de bestuurlijke boete verdubbelen, indien er ondanks eerdere aanmaningen van het Uitvoeringsorgaan of een bij wet aangewezen orgaan sprake is van herhaaldelijke overtreding.
10. Indien tegen een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete bezwaar of beroep wordt aangetekend, schort dit de verplichting tot betaling hiervan niet op.
11. De Zorgraad kan ter bescherming van de belangen van de deelnemer gemotiveerd ter openbare kennis brengen:
a. de overtreding van de verbodsbepalingen uit deze wet en de overtredingen begaan ingevolge deze wet;
b. het feit ter zake waarvan een aanwijzing is gegeven, het overfreden voorschrift, het feit dat de aanwijzing is gegeven en de door de Zorgraad te volgen gedragslijn, alsmede de naam, het adres en de vestigingsplaats aan wie de aanwijzing is gegeven;
c. het feit ter zake waarvan een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete is opgelegd, het overtreden voorschrift, het feit dat de last onder dwangsom of de bestuurlijke boete is opgelegd, alsmede de naam, het adres en de vestigingsplaats van de ovelfreder aan wie de last onder dwangsom of de bestuurlijke boete is opgelegd.

Strafsancties
Artikel 18

l. Het is verboden om een ingezetene, al dan niet door tussenkomst van een derde tegen betaling arbeid aan te bieden, te laten arbeiden of diensten te verlenen, te laten verlenen of aan te bieden als die ingezetene niet over een basiszorgverzekering beschikt.
2. Een werknemer of zelfstandige, die in strijd handelt met de verplichtingen genoemd bij of krachtens deze wet, wordt gestraft met een geldboete van de vijfde categorie van de Algemene Geldboetewet (SB. 2002, no. 73) of een hechtenis van ten hoogste een maand.
3. Een werkgever die in strijd handelt met de verplichtingen genoemd bij of krachtens deze wet wordt gestraft met een geldboete van de zesde categorie van de Algemene Geldboetewet (SB. 2002, no. 73) of een hechtenis van ten hoogste een maand.
4. Degene die weigert, de volgens deze wet op te leggen last onder dwangsom of bestuurlijke boete te voldoen, kan in vervangende hechtenis worden genomen voor de duur van ten hoogste een maand.
5. Degene die in strijd handelt met het verbod genoemd in lid I wordt gestraft met een geldboete van de vijfde categorie van de Algemene Geldboetewet (SB. 2002, no. 73) of een hechtenis van ten hoogste een maand.
6. Het in strijd handelen met de bij of krachtens deze wet genoemde verplichtingen en verboden is een overtreding.

Voorlopige Voorziening
Artikel 19

l. In gevallen, waarbij de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet ten aanzien van een deelnemer tot een uitkomst leidt, die niet in overeenstemming is met de strekking van of waarbij niet voorzien is in het bepaalde bij of krachtens deze wet, is de Zorgraad bevoegd een voorlopige voorziening te treffen.
2. De Zorgraad brengt over de voorlopig getroffen voorziening binnen een maand aan de Onderraad verslag uit met vermelding van alle relevante gegevens, die aan de voorlopige voorziening ten grondslag liggen en met een door de Zorgraad voorgestelde wijziging van de wet of waar van toepassing, een staatsbesluit of andere nader te treffen regeling.

Bezwaar
Artikel 20

l. Een belanghebbende, die door een besluit van een zorgverzekeraar of het Uitvoeringsorgaan, rechtstreeks in zijn belang is getroffen, kan binnen dertig dagen, nadat hij hiervan kennis heeft genomen, een bezwaarschrift indienen bij de Zorgraad.
2. De Zorgraad beslist binnen dertig dagen op het ingediende bezwaarschrift.
3. Bij staatsbesluit worden nadere regels vastgesteld met betrekking tot de uitvoering van de leden I en 2.

Slotbepalingen
Artikel 21
Bij de inwerkingtreding van deze wet wordt de Wet Tarieven Gezondheidszorg (SB. 2005, no.43) ingetrokken.

Artikel 22
l. Deze wet kan worden aangehaald als: Wet Nationale Basiszorgverzekering.
2. Zij en de daarbij behorende bijlage(n) worden in het Staatsblad van de Republiek Suriname afgekondigd.
3. Zij en de daarbij behorende bijlage(n) treden in werking met ingang van de dertigste dag volgende op die van hun aftondiging.
4. De Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van deze wet.

Gegeven te Paramaribo, de 9e september 2014,

DESIRÉ D. BOUTERSE

Uitgegeven te Paramaribo, de 9e september 2014 De Minister van Binnenlandse Zaken,

E.F. LEWIS

WET van 9 september 2014, houdende regels over de invoering van een basiszorgverzekering (Wet Nationale Basiszorgverzekering)

Keywords

basiszorgverzekering wet nationaal fonds basisvoorzieningen zorgverzekeringspolis gezondheidszorg financiering verzekeringsplicht premie verplichtingen werknemer zorgverzekeraar zorgraad basiszorg sancties